Elli Slier-Katz
Elli Slier-Katz

Tenminste dat dacht ik als kind. Dat was een bedstee, maar ik voelde me erg opgesloten. Later kwam ik bij mijn echte familie terecht in Oosterzee, dat was de familie Kuipers. Ik had daar mijn eigen kamer en ik kreeg een broer. Het was een hele andere familie als ik gewend was, mijn moeder speelde toneel en er was veel ruimte voor creativiteit. Deze familie was rechtlijnig en erg christelijk.

Je zult geen kwaad woord over ze horen want ze waren ontzettend aardig en lief voor me. Ze gaven me veel geborgenheid.

Mijn leven veranderde natuurlijk heel erg, maar ik ging wel gewoon naar school. Ik deed wat andere kinderen deden, haasje over en knikkeren. Het werd wel wat gevaarlijker toen een SD-er op het station in Heerenveen werd neergeschoten door het verzet. In zijn tas vonden ze de aanwijzing dat er een Joods meisje op de lagere school in Oosterzee zat. Toen ben ik door mijn pleegouders een half jaar thuis gehouden, al hoorde ik pas achteraf de reden. Na de oorlog kwamen mijn ouders niet meer terug, en toen ben ik in Oosterzee bij mijn pleegouders gebleven. Maar dat gevoel van onthechting ben ik mijn hele leven lang niet meer kwijtgeraakt, hoe goed ik ook ben opgevangen.'