“In 1943 heeft bij ons in de pastorie van Hijum een joodse vrouw enige weken ondergedoken gezeten. Mijn vader, gereformeerd predikant, had al enige malen eerder onderduikers gehuisvest waaronder veel joden. Maar deze dame had veel noten op haar zang en stelde telkens weer eisen waaraan vanwege de veiligheid niet kon worden voldaan. Zo hield zij zich niet aan de afspraak om overdag in haar kamer te blijven en alleen bij duisternis naar buiten te komen. Niet leuk uiteraard, maar wél bitter noodzakelijk voor haar én onze veiligheid.

Haar frustraties liepen echter zo hoog op dat ze dreigde naar de SD te gaan, zichzelf aan te geven en alle onderduikadressen te verraden. Vanuit Hijum is ze toen naar Bergum gegaan en heeft daar nog enige tijd doorgebracht, Na verloop van tijd is zij via een zogenaamd standgerecht in Scharnegoutum berecht en aldaar ter dood gebracht omdat zij een te groot gevaar bleek te zijn voor de illegaliteit en ook voor diegenen die haar onderdak hadden verleend.

Veel onderduikers hebben wij in deze donkere jaren onderdak verleend, onder wie enkele jongens uit de groep van Frits de Zwerver*. Eén van hen heeft toen nog een prachtig pakhuis voor me gemaakt (ik was toen 11 jaar) en dat zelfde pakhuis heeft - na jaren trouwe dienst - een nieuwe bestemming gekregen via de kringloopwinkel!”

* Alias van gereformeerd predikant Frits Slomp, één van de kopstukken van de onderduikhulp tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland, (red).

Op de foto is de pastorie van Hijum te zien