Opa en oma Van der Velde

"Mijn Oma, Cornelia van der Velde-Meijer (geboren op 22 april 1897), was beter bekend als ‘Tante Kee’. Tijdens de oorlog woonde ze in een huis aan de Tuinen in Leeuwarden, bereikbaar via een steeg. Aan de ene kant van de steeg was jeneverstokerij Bokma en aan de andere kant glashandel De Boer gevestigd. Oma’s huis, dat nu rood geschilderde kozijnen heeft, behoorde bij de kleuterschool ‘De Tuinfluiter’ (adres Tuinen 40). Oma maakte de kleuterschool schoon en was er conciërge en stoker. Daarnaast had ze nog diverse werkhuizen.

Zo werkte ze o.a. bij drie Joodse dames die op een bovenetage aan de stille kant Nieuwestad woonden, vlak achter de Waag (nu pand van Zeeman). Eén van deze dames was bedlegerig.

Op een gegeven moment kregen ze van de Duitsers de oproep zich te melden voor vertrek naar het oosten. Omdat de ene dame bedlegerig was heeft Oma haar met twee opgerolde dekens onder de ene arm en mevrouw steunend in de andere arm naar de trein gebracht. Eindelijk bij het station aangekomen werd haar bevolen de dekens op de grond te gooien en mevrouw moest zelf naar de trein lopen. Oma weigerde dit. Hierop werd haar gezegd dat ze ook met de trein mee kon. Ze heeft tegen haar zin de dekens en mevrouw los moeten laten. Hierna werd haar Ausweis afgepakt. Drie dagen later kon ze het bij het ‘Waterleidinggebouw’ weer ophalen. In deze drie dagen is ze grijs geworden. Ze heeft nooit verteld wat haar daar is overkomen. De drie joodse dames zullen in een concentratiekamp zijn omgekomen. Of ze ooit hebben nagedacht om onder te duiken weet ik niet.

De kleuterschool werd op een gegeven moment door de Duitsers gevorderd. Desondanks heeft mijn oma op de zolder van de school onderduikers gehuisvest, meestal voor één nacht. Omdat er overdag Duitsers in de school waren konden onderduikers er alleen ’s nachts schuilen. Enkele namen, die ik ooit te horen heb gekregen, zijn die van Bram de Boer (Winkel De Faam, de Tuinen), Johan Swart (slager aan de Tuinen), de heer Middelveld (directeur van de Landbouwschool), een onbekende medewerker van het postkantoor en mijn vader, Gerben Jacob Postma. Een deel van de school staat er nog. De twee lokalen aan de zuidkant zijn echter verdwenen. Dat geldt ook voor de kamer van het hoofd van de school, mejuffrouw Van Biezen. Via het dak van die kamer kon je op de zolder boven de lokalen komen. Hier zat een klein dakraam en daar moesten de onderduikers naar binnen.

Direct na de overval op 8 december 1944 op het Huis van Bewaring in Leeuwarden, waarbij door het verzet zo’n vijftig gevangenen werden bevrijd, hebben een aantal van hen daar ook een nacht ondergedoken gezeten.

Ik wil dit verhaal graag doorgeven omdat mijn oma met gevaar voor eigen leven, zoveel mensen heeft geholpen. Opa was niet op de hoogte van de ‘logeerpartijen’. Op mijn vraag, ‘waarom wist Opa dit niet?’ kreeg ik als antwoord: ‘kon niet’. Deze informatie heb ik van haar zelf gekregen.  Belangrijk genoeg om niet te vergeten."

Joke van der Vlies-Postma, Leeuwarden