Bevel voor de Arbeitseinsatz

Schuilplek
In november 1944 is mijn vader 13 jaar, zijn broer Rients is net 16 geworden. Ze wonen met hun moeder Saakje op een kleine boerderij aan de Headyk in het Friese dorp Dronrijp. Op een avond komt oud-onderwijzer meester Meijer langs en vraagt Saakje of ze een onderduiker op de boerderij kan hebben: de Amsterdamse freelance journalist Anton Kiburg, net 23 jaar, die wil ontkomen aan de Arbeitseinsatz. De boerderij ligt op enkele honderden meters afstand van de Headyk en biedt daarom een goede schuilplek. Saakje stemt toe.

Luchtfoto van de boerderij

 

 

 

 

 

 

Spinnenwiel
Voor mijn vader en zijn broer Rients is de roodharige onderduiker een venster op de wereld. Anton heeft boeken bij zich en vindt het leuk zijn kennis te delen met de jongens. Voor het boerenwerk is hij niet sterk genoeg, maar hij is handig met het spinnenwiel. Dreigt er gevaar, dan slaapt hij in een hok op het land van de buurman, of hij overnacht samen met Rients in het hooi.

Bevrijd
Op 15 april 1945 rijdt de eerste Canadese gevechtswagen Leeuwarden binnen. Friesland is bevrijd. Anton Kiburg sluit zich aan bij de geallieerde strijdkrachten. Hij stuurt foto’s van zichzelf in uniform naar Saakje en de jongens. Begin 1950 emigreert hij naar Australië, met het schip de Volendam. Hij houdt altijd contact met Saakje en haar zonen.

Anton Kiburg in uniform

Leven gered
In 2006 overlijdt Anton. Omdat zijn verblijf op de boerderij volgens hem zijn leven heeft gered, wilde hij graag dat zijn as wordt verstrooid op de grond waar de boerderij tot 1958 heeft gestaan. Zijn vrouw en zoon reizen in 2007 naar Friesland om die wens ten uitvoer te brengen. Mijn vader is dan al overleden, maar mijn tante Annie, weduwe van Rients, vergezelt hen, bijgestaan door haar vriend Gosse die is opgegroeid op een naburige boerderij en precies weet waar de boerderij heeft gestaan.